Financieel meerjarenperspectief 2018-2022
De mutaties van de eerste bestuursrapportage 2018 en de kadernota 2019-2022 leiden tot het volgende meerjarenperspectief 2018-2022.
(bedragen x € 1.000) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|
Startpositie 2018-2022 | -2.198 | -872 | -782 | -567 | -424 |
Wijzigingen | -786 | -846 | 287 | 1.079 | 2.341 |
Saldo na 1e bestuursrapportage 2018 - kadernota 2019-2022 | -2.984 | -1.718 | -495 | 512 | 1.917 |
2018
De wijzigingen vanuit de eerste bestuursrapportage leiden in 2018 tot een tekort van € 3 miljoen.
Bij de begroting was dit tekort nog € 2,2 miljoen. De ervaring leert dat de eerste bestuurrapportage ieder jaar een tekort oplevert. De verwachting is dan ook dat dit tekort in de loop van het jaar kleiner wordt. Op dit moment stellen we geen aanvullende maatregelen voor. De redenen hiervoor zijn:
- het is lastig om gedurende het jaar beleid aan te passen om dit tekort te verkleinen;
- we wachten de ontwikkelingen van de verschillende circulaires af;
- de algemene reserve is voldoende om een mogelijk tekort op te vangen.
2019-2022
In de jaren 2019 en 2020 is sprake van een tekort. In 2021 en 2022 is er een overschot.
Onzekerheden
De ontwikkeling van het gemeentefonds is een onzekere factor die van invloed is op het financieel meerjarenperspectief.
Het geld dat we van het nieuwe kabinet ontvingen voor het Interbestuurlijk programma (IBP) verwerkten we in het saldo. De positieve saldi van de jaren 2021 en 2022 kunnen nodig zijn voor de verdere invulling van het Interbestuurlijk programma. Het is daarom onzeker of dit geld ingezet kan worden voor extra ambities.